Verandering is een gegeven en niet langer een keus. In een wereld waar de ontwikkelingen elkaar zo snel opvolgen als tegenwoordig, zullen we verandering als permanente staat van ‘zijn’ moeten accepteren. In Onderwijsland geen vreemd fenomeen: leerlingen vinden die situatie heel normaal. Nu wij nog!

Wat bedoelen we met eigenaarschap en waarom is het belangrijk? Eigenaarschap is de toestand waarin je als docent, leerling of ouder het gevoel/idee hebt dat de school ook van jou is. Eigenlijk hebben zij dat gevoel al vanaf het moment dat zij betrokken zijn bij de school en zich geaccepteerd voelen. Maar dit eigenaarschap is kwetsbaar en kan zomaar gefrustreerd raken. Met als resultaat verlies aan motivatie, of erger: weerstand, verzet, openlijk of in het verborgene. Alles wat een team laat verliezen.

Hoe creëer je als bestuurder en schoolleider in die situatie een winnend team? Laten we inzoomen op de kenmerken van een winnend team, zoals die door gedragspsychologen geformuleerd zijn:

  • heeft een heldere, gedeelde missie
  • stimuleert en respecteert autonomie
  • leden vertrouwen en steunen elkaar

Om te beginnen realiseer je je als bestuurder of schoolleider dat jij niet de eigenaar bent van de school, maar dat je dat eigenaarschap deelt met al je medewerkers, leerlingen, ouders en sommige van je stakeholders. Dat jullie een team vormen dat samen voor die topprestatie zorgt. Respecteer je dat mede-eigenaarschap, dan ben je wel verplicht om allen te betrekken bij het formuleren van het gezamenlijke doel: onvoorstelbaar dat je dat over het hoofd van je mede-eigenaren zou vaststellen, zonder hen te raadplegen!

Met de G1000-aanpak is dat een betrekkelijk overzichtelijke operatie en je boekt meteen nog meer winst. Iedereen draagt gelijkwaardig bij aan de missie en de uitwerking ervan en voelt zich daarna eigenaar  van die missie. Dat scheelt bij de implementatie: dingen die je zelf bedacht of gekozen hebt gebeuren al, nog voor de inkt van het beleidsplan droog is. En dat draagt krachtig bij aan (het gevoel van) autonomie, de tweede voorwaarde voor een winnend team.

Dan de 3e voorwaarde: vertrouwen. Het gaat er daarbij  om dat je ruimte krijgt zolang het goed gaat en dat je opgevangen en gesupport wordt zodra het wat minder gaat.

Maar we weten allemaal dat zo’n team uiteindelijk alleen maar aan spelen toekomt, als er een speelveld is, spelregels en iemand die die regels bewaakt, de structuur dus. Dit leidt tot de 4e voorwaarde: heldere kaders en duidelijke feedback als die in gevaar dreigen te komen. Dit is de rol van de bestuurder of schoolleider, samen met het MT en de medezeggenschapsraad. En die blijft, hoezeer je ook ’bottom-up’ gaat werken. Uiteindelijk gaan zij over de ruimte voor het spel. 

Als we de metafoor van het winnende team vertalen, dan komen we uit op een hybride model voor de aansturing van de school: top-down waar het gaat om continuïteit en handhaving van de kwaliteit. Bottom-up als het gaat om de invulling van het programma, het formuleren van de doelen en het realiseren van de resultaten.  Bottom-up wat kan en top-down wat moet. In de wetenschap dat de motivatie van het team toeneemt naar die mate dat het vrijer gelaten wordt om met elkaar het eigen ding te doen. Met de G1000-methode hopen we een instrument aan te reiken dat het omtoveren van jouw organisatie in zo’n winnend team mogelijk maakt!

Share This